Teamsport is meer dan een spelletje

Spelen vindt de tienjarige Alexa uit Indonesië het leukste wat er is. Vooral als ze samen kan spelen met haar vrienden. “We bespreken onze strategie en doen er alles aan om ons team te laten winnen. Maar zelfs als we verliezen, geven we daar nooit iemand de schuld van. We accepteren ons verlies en doen de volgende keer nog beter ons best zodat ons team kan winnen.”

Indonesië heeft een rijke spelletjescultuur. Spelletjes als Gundu (een knikkerspel) worden al eeuwenlang gespeeld. Vroeger met knikkers van stenen of klei, nu met knikkers van glas. Veel spelletjes hebben een grote culturele waarde.

“Eerst durfde ik niet zo goed mee te doen”
Zodra de schoolbel geklonken heeft, komen Alexa en haar vrienden samen in een veld bij haar huis. Al snel trekt hun gelach andere kinderen en volwassenen naar het veld en vormt zich een heus publiek. Vanaf de zijlijn moedigen ze de spelers aan. Het was aan deze zijlijn dat Alexa besloot dat ze mee wilde spelen. “Eerst durfde ik niet zo goed mee te doen”, vertelt Alexa. “Maar toen ik al mijn vrienden zag spelen besloot ik het een kans te geven.”

Teamsporten vindt Alexa het allerleukst, vooral als de meisjes en de jongens samen een team vormen. “Ik ben geen sterspeler”, vertelt ze, “maar dat vind ik niet erg. Ik vind het gewoon leuk als mijn vrienden en familie komen kijken.”

Teamsport = ontwikkeling

Spelletjes, met name in teamverband, helpen kinderen bij het opbouwen van hun zelfvrouwen en leren hen om te gaan met tegenslagen, obstakels en verlies. Door een teamsport te doen leren kinderen dat het leven niet altijd eerlijk en gemakkelijk is, en dat je niet altijd alles krijgt wat je wil. Tegelijkertijd bouwen ze vriendschappen, sportiviteit en weerbaarheid op.

“There is no I in team”, zegt Alexa lachend. Want ook samenwerken is bij een teamsport van groot belang. Kinderen leren door samen te spelen om met elkaar in gesprek te gaan, samen naar een doel toe te werken en te begrijpen wat de sterke en zwakkere plekken van hun teamgenoten zijn. Op het veld moeten ze onder druk keuzes maken. Bepalen wat de juiste route is: zelf op doel schieten of de bal doorspelen. Kortom, teamsport is veel meer dan een spelletje: het is onderdeel van hun ontwikkeling.

Samen spelen

“In de pauze op school spelen de meisjes en jongens ook samen”, vertelt Alexa. “Dan moeten we goed met elkaar samenwerken. Daardoor worden we minder egoïstisch en leren we naar elkaar te luisteren. Ik voel me verbonden met mijn team, of we nou winnen of verliezen. Onze leraren en andere leerlingen vinden het ook leuk om ons te zien spelen en moedigen ons aan. Daardoor spelen we beter.”

Samen spelen help niet alleen bij de sociale en emotionele ontwikkeling, het heeft ook een grote invloed op het welzijn van kinderen en draagt bij aan gendergelijkheid en inclusie. Door samen te spelen krijgen kinderen de kans om te ontdekken wie ze zijn, te werken aan hun zelfvertrouwen en vaardigheden, relaties op te bouwen en traditionele gendernormen en stereotypen te doorbreken.

“Spelen is het leukste wat er is en het houdt mij en mijn vrienden actief”, vertelt Alexa. “Het heeft me geholpen mijn angsten en zorgen te overwinnen. En het heeft me succes gebracht, niet alleen als speler, maar vooral als onderdeel van een team.”