“Een onbesneden vrouw vonden we onsmakelijk”

Badou (59) uit Mali verdiende bijna haar hele leven haar brood met het besnijden van meisjes. Nu werkt ze samen met Plan als vurig pleitbezorger voor afschaffing van meisjesbesnijdenis. Dit is haar verhaal.

“Jaren en jaren heb ik meisjes besneden. In mijn eigen dorp en in de regio, maar ook heel ver daarbuiten. Ik ben in Mauritanië en Senegal geweest om meisjes te helpen vrouw te worden. Soms met het wegsnijden van al haar genitaliën, soms met een deel daarvan. Want besnijdenis hoort bij de groei naar volwassenheid.

‘Onder het mes gaan’ wordt door heel veel mensen nog steeds gezien als juist; een goede praktijk en een overgangsrite voor meisjes. Ik ben moslima en besnijdenis is voor veel moslimvrouwen een verplichting. Zij zien het als deel van hun cultuur en accepteren dat; sterker nog: ze zijn er trots op en willen het ook voor hun dochters.

Te vies

Toen ik nog klein was, verheugden we ons op de besnijdenisceremonies in ons dorp. Want het was een groot feest wanneer een meisje op het punt stond om vrouw te worden. Door het verwijderen van haar genitaliën, werd ze gereinigd en klaargemaakt voor het moederschap. Een onbesneden vrouw vonden we onsmakelijk. Te vies om eten te maken voor een echtgenoot, dus zo’n vrouw vond nooit een man die met haar wilde trouwen. Ze werd niet geaccepteerd in het dorp.

De besnijdenisfeesten vroeger in ons dorp begon ‘s avonds met dansen en zingen en dat ging de hele nacht door. Vroeg in de ochtend kregen we een ontbijt met rijst en yoghurt. De meisjes die besneden zouden worden, kregen een paar eetlepels van dit gerecht en gooiden een derde eetlepel tegen het plafond van hun huis.

Wij deden dat zo, maar mannen en vrouwen in heel West-Afrika hebben gebruiken rond besnijdenis. Het is voor meisjes de manier om als vrouw geaccepteerd te worden.

Ik herinner me mijn eigen besnijdenis nog goed. Ik was zo trots, voor mezelf, voor mijn familie en voor mijn dorp. Ik was deel van een eeuwenoude praktijk.

Dood

Ik heb bijna mijn hele leven geloofd in besnijdenis. Tot vorig jaar. Ik ontmoette een vrouw in Bafata. Ze heet Adamaia en werkt voor Plan. Ze vertelde me hoe gevaarlijk besnijdenis is en hoe groot het risico is voor meisjes en vrouwen. Ze gaan er zelfs aan dood! Ze overtuigde me ervan dat je om een volwassen vrouw te worden je lichaam niet hoeft te verminken; dat besnijdenis geen voorwaarde is om respect te verdienen, moeder te worden of voor je gezin te zorgen.

Ik wilde dat ik eerder had geweten wat ik nu weet. Het zou ’t leven van zoveel meisjes hebben veranderd, want het was nooit mijn bedoeling hen in gevaar te brengen. Ik heb zelf geluk gehad dat ik nooit erg onder mijn besnijdenis heb geleden. Ik ben niet onvruchtbaar geworden, ik heb geen last gehad van infecties en ik heb geen pijn bij het vrijen. Maar heel veel vrouwen hebben dat allemaal wel. Ik zie nu in dat besnijdenis geen goede praktijk is. Hoe kan het goed zijn als het vrouwen pijn doet en oorzaak is van veel lijden en dood.

Ik heb mijn besnijdenismes opgeborgen en zal het niet meer gebruiken. In plaats daarvan probeer ik mensen ervan te overtuigen dat we moeten stoppen met het besnijden van meisjes. Ik spreek als iemand die het mes van twee kanten heeft leren kennen. Ik ben zelf besneden en ik heb besnijdenissen uitgevoerd. Ik weet waar ik over spreek. Dus vertel ik hen: besnijdenis helpt niet, het is verkeerd. Maak je dochter er geen slachtoffer van!”

 
 
 
 
 

Sorry

De versie van de browser die je gebruikt is verouderd en wordt niet ondersteund.
Upgrade je browser om de website optimaal te gebruiken.