Vaders en dochters bannen samen meisjesbesnijdenis uit
Elke dag lopen 12.000 meisjes wereldwijd risico op meisjesbesnijdenis, een ingreep die hun lichaam verminkt en hun toekomst in gevaar brengt. Maar in Senegal nemen vaders, dochters en Plan International samen het voortouw om dit schadelijke gebruik te stoppen.
Hoe vaders en dochters meisjesbesnijdenis stoppen
Vroeger werden meisjes in de dorpen in het zuidoosten van Senegal al op jonge leeftijd besneden. Vaak als ze pas tien jaar oud waren. Besnijdenis zou betekenen dat een meisje volwassen is en klaar is om te trouwen.
Maar in werkelijkheid leidt het tot levenslange trauma’s, hevige pijn, infecties en soms zelfs dodelijke bloedingen.
Door de inzet van meisjes en hun vaders is meisjesbesnijdenis in deze regio grotendeels uitgebannen. Ouders en grootouders zijn er inmiddels van overtuigd dat besnijdenis schadelijk is en de ceremonies die werden gehouden als meisjes besneden waren, zijn gestopt.
Fathers’ schools
Een van de redenen dat meisjesbesnijdenis in deze regio’s nu zo goed als verleden tijd is, is de oprichting van zogeheten Fathers’ Schools. Hier leren mannen over meisjesrechten en gelijkheid, het belang van onderwijs en de schadelijke gevolgen van meisjesbesnijdenis.
In de Fathers’ Schools gaan vaders de dialoog aan en raken ze meer betrokken bij hun dochters. “We faciliteren gesprekken over meisjesrechten en vaders moedigen elkaar aan om hun gedrag te veranderen rondom gendergerelateerd geweld, met name kindhuwelijken en meisjesbesnijdenis,” vertelt Nathalie Coly van Plan International.
Inmiddels zijn 311 vaders lid geworden van de Fathers’ Schools. Samen hebben zij al meer dan 20.000 mensen in de regio beïnvloed.
Een onbesneden meisje had geen waarde
Een van de grootste tegenstanders van besnijdenis in zijn gemeenschap is de 56-jarige Bamba. Hij is vader, boer en griot (een traditionele Senegalese verhalenverteller en percussionist) en was er als een van de eersten bij toen Plan International de Fathers’ School vijf jaar geleden oprichtte.
Sindsdien is er volgens Bamba veel veranderd. “Voorheen vonden mannen dat een onbesneden meisje geen waarde had”, vertelt hij. “Ze kon geen vriendje of man krijgen. Toen ik jong was, gingen mijn leeftijdsgenoten en ik absoluut niet uit met onbesneden meisjes.”
Toen ik jong was, gingen mijn leeftijdsgenoten en ik absoluut niet uit met onbesneden meisjes
Bamba groeide op met het idee dat besnijdenis normaal was. “Het moest gewoon gebeuren. Zodra een meisje tien jaar werd, riepen we als dorp een speciale dag uit. Als meisjes besneden werden, dan werd dat uitbundig gevierd. En werd een meisje niet besneden, dan werd er schande van haar gesproken.”
De meisjes zelf waren in zijn tijd óók niet tegen meisjesbesnijdenis, zo diep waren de sociale normen ingebed in de samenleving.
Een groot geheim
Langzaam maar zeker werd Bamba steeds bekender als pleitbezorger tegen besnijdenis. Hij leidt discussies bij de Fathers’ School, deelt berichten via zijn radioshow en spreekt er zelfs over op de huwelijken waar hij als griot wordt uitgenodigd.
“Veel mensen vroegen me of ik gek geworden was, maar ik heb nooit opgegeven. Ik vertelde iedereen in de gemeenschap over de zware fysieke gevolgen van meisjesbesnijdenis, zoals extreme bloedingen bij de geboorte van een kind.”
Langzaam maar zeker zagen mensen in dat Bamba gelijk had en dat meisjesbesnijdenis zeer schadelijk is. In het dorp werd zelfs een pact gesloten waardoor besnijdenis nu verboden is.
“Vroeger wist ik niet dat het gevaarlijk was”
Ook imam Kinda is betrokken bij de Fathers’ School. In zijn preken in de moskee vraagt hij aandacht voor de gevolgen van besnijdenis en legt hij uit dat de schadelijke praktijk niets met het geloof te maken heeft. Zijn eigen dochter liet hij niet besnijden.
“Vroeger wist ik niet dat het gevaarlijk was en was het niet verboden. Ook spraken mannen niet over besnijdenis”, vertelt hij. “Maar dat is nu veranderd. Als iedereen in de gemeenschap zich uitspreekt tegen besnijdenis, kunnen we echt het verschil maken.”
Als iedereen in de gemeenschap zich uitspreekt tegen besnijdenis, kunnen we echt het verschil maken
Blijven strijden tegen besnijdenis
Toch blijft Bamba waakzaam. “We moeten bewustwording blijven stimuleren,” waarschuwt hij. “Vooral grootouders hebben een grote invloed op gezinnen en ze worden zelden tegengesproken. We moeten mensen eraan blijven herinneren dat genitale verminking schadelijk is.”
Het gevaar van stilte is groot. “Als we ons stilhouden, denken mensen: ‘Als niemand er meer over praat, kunnen we weer beginnen.’ We moeten mensen eraan blijven herinneren dat genitale verminking schadelijk is.”
Een toekomst zonder pijn
Ook Bamba’s dochter Fatou ziet de waarde van het werk van haar vader in. “Het was mijn vader die zei dat ik genitale verminking niet mocht accepteren. Daardoor heb ik geen besnijdenis hoeven ondergaan”, zegt ze. “Mijn vader heeft me behoed voor extreme pijn. Hierdoor ga ik een zonnige toekomst tegemoet.”
Meisjes hebben het laatste woord
De belangrijkste stem in deze discussie? De meisjes zelf. Binnen het GirlEngage-programma van Plan International – waar ook de Fathers’ School onder valt – leren meisjes voor hun rechten op te komen.
Een van hen is Kadiatou (18). Als activist zet zij zich in om meisjesbesnijdenis voorgoed te stoppen. “Ik vertel jongeren dat ze dit niet langer moeten accepteren.”
Die boodschap maakt impact. In het dorp is iedereen het er nu over eens: meisjesbesnijdenis is verleden tijd.