“Als ik president was, zou ik de criminelen stoppen”

“Het is niet veilig om ‘s nachts over straat te gaan.” De vijftienjarige Dialissa moet elke dag leven met de gevaren die in haar land op de loer liggen. Een verhaal uit Haïti, een land dat al decennialang wordt geteisterd door extreme armoede en bendegeweld.

Het escalerende geweld van bendes in Haïti leidt tot moorden, ontvoeringen en verkrachtingen. Waar de bendes eerst nog vooral actief waren in de hoofdstad Port-au-Prince, hebben ze hun aanwezigheid nu uitgebreid naar de landelijke gebieden.

Ook in het gebied in het zuidoosten van het land, waar Dialissa woont, zijn bendes actief: “Er is veel geweld tegen meisjes in deze wijk, zoals verkrachtingen”, legt Dialissa uit. “Ik ben bang om alleen thuis te zijn, omdat er van alles kan gebeuren”. Ze heeft dat van dichtbij meegemaakt. Een meisje uit de buurt werd verkracht toen ze ’s nachts naar huis liep. Haar familie bracht haar naar het ziekenhuis, waar ze erachter kwamen dat de dader haar heeft besmet met HIV. Toen ze de verkrachting meldde bij de politie, was de verkrachter de regio al ontvlucht.

Sinds dit vreselijke voorval vreest Dialissa voor haar eigen veiligheid. “Soms moet ik alleen naar huis lopen en ben ik bang dat mij onderweg iets overkomt.”

Wetteloosheid

Haïti gaat al heel lang gebukt onder het geweld van bendes, maar heeft ook te maken met een hongercrisis, economische malaise, wetteloosheid en natuurgeweld. Vorig jaar was de bevolking het zat. De inwoners willen dat de overheid iets doet aan de voortslepende economische crisis. Een nationale staking volgde, maar leidde tot nog meer geweld en tekorten. Voor kinderen was het niet veilig om op straat te spelen en bovendien waren de scholen dicht door de stakingen. Pas na twee maanden kon Dialissa weer naar school. Inmiddels zit ze weer in de schoolbanken, maar door de honger kan ze zich soms niet goed concentreren op de lessen.

Ondertussen is de vader van Dialissa naar de Dominicaanse Republiek vertrokken om werk te zoeken. Hij stuurt af en toe geld zodat de familie eten kan kopen, maar het dagelijks leven is nog altijd moeilijk. Soms helpen ze familie en vrienden die geen geld voor eten hebben. “Ik heb een vriend die dagen achter elkaar niets te eten heeft. Zijn moeder is overleden en zijn vader heeft geen inkomen”, vertelt Dialissa. Maar door anderen te helpen heeft de familie soms geen geld meer over om schoolspullen voor Dialissa te kopen.

Dromen van een betere toekomst

Plan International verleent noodhulp in Haïti in de regio’s Noord-Oost en Zuid-Oost, door families te voorzien van contant geld om eten, drinkwater of andere eerstelevensbehoeften te kopen. Ook delen we hygiënepakketten uit, met daarin onder meer maandverband, zeep en andere noodzakelijke hygiëneproducten. Daarnaast beschermen we meisjes tegen de gevaren in Haïti, bijvoorbeeld door trainingen te geven. Ook Dialissa kreeg zo’n training, zodat ze nu weet wat haar rechten zijn. Daarnaast ontvangt haar familie financiële steun, om de schoolbijdrage en schoolspullen voor Dialissa te kunnen betalen.

Net als elk meisje heeft Dialissa dromen voor later, maar ze zou al heel blij zijn als ze ‘gewoon een goede burger’ wordt. Ondertussen heeft ze ook nog wel wat tips voor de president: “Als ik president van Haïti was, dan zou ik proberen om de onveiligheid op straat op te lossen. Ik zou ervoor zorgen dat de criminelen stoppen met het vermoorden van onschuldige mensen.”